De Kunst der Verleiding

 

Omdat een groot deel van de bevolking nog geen toegang had tot kranten waren affiches in de negentiende eeuw een interessante manier om het biermerk onder de aandacht te brengen bij een groter publiek dan via kranten en tijdschriften mogelijk was. Eerst wanneer brouwerijen op elkaars markten komen en moeten concurreren om de gunsten van de consument wordt dat voor hen reclame belangrijk. Vooral aan het einde van de negentiende eeuw en begin jaren dertig speelt dit voor het eerst.

Een affiche moet volgens Ogilvy niet alleen in woord maar ook in beeld een verkoopbelofte zijn. Gebruik een zo groot mogelijke letter, maak de merknaam zichtbaar op grote afstand, gebruik sterke pure kleuren. Gebruik nooit meer dan drie elementen in het ontwerp.

Maar de verkeerde reclame kan de verkoop van een product zelfs verminderen. Uit een onderzoek bleek dat de consumptie van een bepaald biermerk lager was bij mensen die zich de reclame herinnerden dan bij degenen die dat niet deden. De brouwer had miljoenen dollars uitgegeven aan advertenties die zijn bier niet verkochten.

Dit boek gaat over de affichekunst in de marketing door brouwerijen. Andere woorden voor affiche zijn aanplakbiljet, biljet, plakkaat, poster, reclamebiljet en reproductie.

In Nederland heeft de kwaliteit op de affiches niet alleen veel baat gehad bij goede drukkers als Amand, Senefelder, S. Lankhout & Co, Van Leer, Steendrukkerij de Jong, J. Vürtheim & Zn, Faddegon & Co of Smeets en daarvoor werkende vormgevers Van Caspel, De Koo, Wijga, Mettes en Szathmáry. Het waren opdrachtgevers die hun nek durfden uit te steken, die ontwerpers de vrijheid lieten hun experimenten uit te voeren en hen hierin steunden. Dit heeft in de afgelopen eeuw een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de grafische vormgeving.

Verwachte publicatie van het boek (ca 250 pagina’s full colour) is tweede helft 2024

Calvé en de Nederlandse Kabelfabriek in Delft, Van Nelle in Rotterdam, Bruynzeel in Zaandam, het Stedelijk Museum, De Bijenkorf, Van Berkel, en vooral de PTT zijn namen die onmiddellijk boven komen drijven. Deze opdrachtgevers gingen vaak een hechte relatie aan met een ontwerper. Opdrachtgevers die we helaas tegenwoordig vrijwel niet meer tegenkomen. Om nog maar niet te spreken van het tegenwoordige verschijnsel afdeling communicatie waar men – de goede daargelaten – niet gehinderd door historische kennis van bijvoorbeeld kunst en grafische vormgeving, de contacten met de ontwerper dient te onderhouden.